Terug naar Sevilla
Bijna twee jaar geleden was ik er ook geweest, in Sevilla de hoofdstad van de provincie Andalucia in Spanje, maar toen was het nog in de uitloop van de Corona periode. Ik volgde daar toen twee weken lang een cursus Spaans bij een taalschool. Er waren vanwege de coronapandemie geen bewegingsbeperkingen meer, maar in het openbaar vervoer en op de school moesten er nog mondkapjes gedragen worden. Dat vond ik vervelend.
Nu in 2024, besloot ik Sevilla nog eens over te doen, direct na het beëindigen van de voorjaarscursus Spaans in Nederland. Toen vond ik twee weken cursus wat kort, dus nu boekte ik voor drie weken, de laatste week van mei en de eerste twee weken van juni. Dezelfde taalschool en een privéappartement in hetzelfde gebouw als twee jaar geleden. Opnieuw arriveren in Sevilla was als thuiskomen, als vanzelf liep ik met mijn compacte rolkoffertje van het busstation in een kwartiertje naar mijn appartementje. Zelfde gebouw, alleen een andere kamer. In 2022 had ik een kamer op de eerste etage in het historische gebouw in de typische Andalusië stijl, nu dit jaar had ik een appartement op de derde etage toebedeeld gekregen. Het had de naam ‘atico’, wat zolder betekent. Tot mijn verbazing bleek het een soort van gebouwtje op het platte dak te zijn. Bij een eerste aanblik leek het op een machinekamer voor liften en airco’s, of zoiets. Dat kwam ook door de stalen groene deur en een soort van donkergroene ventilatiesleuven tegen de zijkanten van de opbouw. Bij nader inzien bleek dat een soort van zonwering te zijn. Eenmaal binnen, zag het er best als een redelijk appartement uit. Alle voorzieningen waren aanwezig, een tweepersoonsbed, een kast, een eenvoudig bureau, een kleine keuken, met koelkast, magnetron, inductiekookplaat, een tv, een airco, een eigen wifi router en een kleine badkamer. De verdere inrichting was simpel: een rond tafeltje en twee plastickuipstoeltjes. Ik zou het hier best drie weken kunnen volhouden. Maar wat ik direct al zag: dit hok boven op het dak van het gebouw had ook een plat dak. Met de verwachte hoge temperaturen in mei en juni, zou het hierbinnen best wel eens heel warm kunnen worden. Het voordeel van dit appartementje op het dak was wel dat ik een gigantisch terras had, zijnde het eigenlijke platte dak van het gebouw. Er stonden twee comfortabele grote tafels, een aantal stoelen en ligstoelen. Maar verder geen enkele schaduw. In de middaguren was de buitentemperatuur zo’n 36 graden en dan was het eigenlijk niet verstandig om lang in de volle zon op dit dakterras te verblijven. Juist in de koele ochtenduren en tegen zonsondergang vond ik het dakterras een ideale plaats om te vertoeven.
Vanwege de cursus, had ik een heel regelmatig en relaxt leven gedurende de drie weken. ’s Morgens vertrok ik rond acht uur uit het dan nog steeds warme appartement. Direct om de hoek van de straat was een mooi plein met restaurants en andere horeca. Mijn favoriete plek was een groot terras bij een cafetaria dat al vroeg op de dag geopend was. Hier bestelde ik mijn ontbijt en zat dan tussen de Spanjaarden die ook aan hun ontbijt zaten. Vaak waren dat iedere dag dezelfde mensen, ik ging ze herkennen. Na het contant afrekenen, wandelde ik op het gemak in een kwartiertje naar de school waar de lessen om kwart over negen begonnen. Met dat tijdstip nam men het niet zo nauw, vaak kwam de docent ook wat te laat en enkele van mijn klasgenoten soms een uur te laat. Opmerkelijk vond ik het dat de docenten wel precies het tijdstip van de pauze in acht namen. Tijd dan weer voor een koffietje, zoals de gezellige serveerster in de patio van de school het uitdrukte. Een kop koffie voor slechts 1,50. Vijfentwintig minuten pauze en dan een tweede les van honderd minuten met een andere docent. Het niveau van de cursus lag dit keer wel hoger dan twee jaar geleden. Toen zat ik op niveau B1, nu dit jaar deed ik niveau B2.1. In de eerste dagen had ik best wel moeite om de les te volgen. De docent sprak zeker niet in een aangepast tempo, maar in het gebruikelijke rappe tempo van de Spanjaarden. Mijn internationale klasgenoten hadden meer ervaring en de meeste waren er al een paar weken en bleven ook veel langer. Het toppunt wat dat betreft was een dame uit Korea, zij bleef maar liefst vier maanden op deze school. Opvallend was dat die langblijvende cursisten af en toe een paar vrije dagen namen, of gewoon een dag wegbleven. Met mijn slechts drie weken zou ik dat nooit doen.
Om één uur ’s middags was ik dan vrij, tijd voor een goedkoop driegangenmenu in een nabijgelegen restaurant voor nog geen 14 euro. Het zogenaamde menu van de dag. Steeds een gevarieerde maaltijd, iedere dag wat anders en met royale porties, waardoor ik ’s avonds nauwelijks nog behoefte had aan een avondmaaltijd.
Door de onbewolkte hemel en de volle zon, was het dan ’s middags aangenaam warm. Tijd voor een wandeling langs de rivier of in een van de parken, besloot ik. Hoewel de parken die ik op de landkaart zag, nauwelijks de moeite waard bleken, ze waren kaal, dor en geen enkele andere bezoekers. Daar voelde ik me eenzaam. In de eerste week ben ik nog een keer naar het beroemde Plaza de España gewandeld. Maar nu in deze weken werd het fraaie historische plein ontsierd door de opbouw van een podium voor optredens van wereldberoemde artiesten in de komende weken. Dat was voor mij geen bezwaar, alle mogelijke foto’s van dit monument en alle andere mogelijke foto’s van Sevilla had ik twee jaar geleden al gemaakt. Zelfs een camera had ik dit keer niet meegenomen. Het niet ‘hoeven’ maken van foto’s gaf mij ook veel rust.
Behalve wandelen, bestede ik een deel van de middag vaak aan een siësta, zeker in de eerste twee weken. Door de mentale inspanningen van de cursus en de warmte, was ik vermoeid genoeg om direct in slaap te vallen. Ondanks een middagslaapje van twee uur, sliep ik ‘s nachts ook perfect. Huiswerk maken moest ook nog in de middag of de avond. In de middag was het daarvoor in mijn appartement, of het terras, veel te warm. In de avonduren maakte ik daar dan tijd voor.
Een andere activiteit van mij was nog het schrijven van een verhaal dat mogelijk weer een nieuw boek zou kunnen worden. De ideale plek voor huiswerk en het schrijven zou een bibliotheek kunnen zijn. In mijn woonplaats in Nederland is de bibliotheek dé plaats voor meer activiteiten dan alleen boeken lenen. Hier kun je tijdschriften inzien, studeren, werken op rustige plekjes, een computer gebruiken, gratis printen, koffie en broodjes kopen en het is een ontmoetingsplaats voor iedereen. In mijn normale leven in Nederland kom ik vaak in de centrale bibliotheek of een van de filialen. Het is voor mij een soort huiskamer. Daarom bedacht ik: zou er in Sevilla ook een dergelijke bibliotheek te vinden zijn? Even zoeken op Google en ik zag dat er op een afstand van nog geen tien minuten lopen een groot bibliotheekgebouw te vinden was. Het leek me ideaal om daar in een ruimte met airco, met de aanwezigheid van meerdere mensen met mijn schrijfwerk bezig te zijn. Die bibliotheek was snel gevonden, een groot nieuw gebouw, fraai gelegen met uitzicht op de rivier en bijna de hele dag geopend. Tot mijn verbazing bleek hier nauwelijks een boek te vinden te zijn. Een groot deel van het gebouw bestond uit drie studiezalen. Het waren kale wit geschilderde zalen die volstonden met alleen tafels en stoelen en overal voldoende aansluitingen voor netspanning. Verder was er nauwelijks iets anders, behalve dan een stapeltje recente kranten. Ik miste hier het comfort en gezelligheid van de bibliotheek die ik in mijn woonplaats gewend was. Er was wel een bruikbare wifi aanwezig, maar de dekking daarvan was matig aan de zijde van het gebouw met uitzicht op de rivier. In de vroege middaguren, waren de studiezalen bijna leeg. Een enkeling zat daar eenzaam met een notebook computer, boeken en schriften. Het was een aangenaam klimaat, maar het was ook erg stil. Als ik mijn stoel iets verschoof zorgde dat al voor relatief veel lawaai in de galmende ruimte. Maar ik kon er rustig werken en op deze plaats aan de eerste hoofdstukken van een nieuw boek schrijven. Tussen vier en vijf uur werd het snel drukker met studenten die in een rap tempo de meeste beschikbare plaatsen bezetten. Volgens mijn ruwe schatting waren er dan zo’n 150 studenten aanwezig verdeeld over de drie zalen, allemaal in de leeftijd van rond de twintig. Ik voelde mij dan de enige wat oudere. Op die uren met een volle bezetting bleek de wifi nog maar nauwelijks te werken. Voor mij het moment om rustig mijn spullen te pakken, de koele zaal te verlaten en buiten de tropische warmte in te stappen.
In de avonduren, maar niet eerder dan half acht, zocht ik dan in de buurt naar een restaurantje voor wat te eten. Op de dagen dat ik ’s middags een driegangenmenu gehad had, werd dat vaak niet meer dan een salade of een nagerecht. Het was steeds fijn dat er zoveel horecagelegenheden vlak bij mijn appartement gelegen waren.
Om behalve de dagelijkse wandelingen naar de school in beweging te blijven, had ik ook mijn hardloopschoenen meegenomen. Vlakbij gelegen was de rivier en daarlangs had men een fraaie boulevard met een wandel- en fietspad over een afstand van vele kilometers aangelegd. Het was een parcours dat vanzelf uitnodigde tot alle vormen van sportiviteit. Er zaten vissers met hun hengels, er werd gewandeld, gefietst, geroeid over de rivier en ook hardgelopen. Later zag ik op de kaart dat het eigenlijk een doodlopende zijtak van de rivier was. De allereerste keer dat ik ging hardlopen over deze route langs de rivier, was het laat in de middag en de zon stond nog hoog. Vooraf had ik al bedenkingen of ik het zou redden in deze hitte. Na een rustig loopje van zo’n drie kilometer, was ik al drijfnat van het zweet en besloot dezelfde route terug te lopen. Op de eerste dag zes kilometer in deze hitte, het viel me wat zwaar. Misschien moest ik nog wennen aan de hoge temperatuur. Ik besloot het na de andere dag opnieuw te proberen en dan steeds de afstand wat te vergrootten. Uiteindelijk heb ik die drie weken in totaal zeven keer gelopen, maar nu voornamelijk in de koele ochtenduren en het uiteindelijke doel van iedere keer tien kilometer heb ik niet behaald. In ochtenduren heb ik altijd meer moeite om op gang te komen en dan weet ik van mezelf dat ik te snel opgeef en omkeer.
Zo gingen de weken vanzelf voorbij en eigenlijk naar mijn gevoel te snel was de laatste schooldag al aangebroken. Op de laatste vrijdag, om iets na één uur ‘s middags, liep ik voor de laatste keer het schoolgebouw uit met een certificaat van deelname. Helaas niet met een cijferlijst, die had ik twee jaar eerder wel gekregen. Met enige weemoed verliet ik die zaterdagochtend in alle vroegte mijn appartement. Het was fijn om naar huis te gaan, maar ik had ook nog best wei een poosje willen verblijven in Sevilla, maar dan niet ‘op zolder’. Toen ik een dag eerder op het kantoor van de school nog een bedrag voor de schoonmaak van het appartement moest betalen, vroeg de mevrouw hoe de huisvesting bevallen was. “Nou,” zei ik, “het was wel te doen met de warmte en het meest waardeerde ik nog het dakterras in de avonduren.” “Ja, we twijfelde al of we je in het atico zouden plaatsen,” zei de mevrouw die onder andere over huisvesting ging. Eventueel, als ik geklaagd zou hebben, zou ik een andere kamer gekregen hebben. Misschien voor een volgende keer in Sevilla, ik vond het wel goed zo.
<< vorige . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . volgende >>