Het hondje dat ’s nachts voor mijn deur slaapt wordt steeds trouwer. Nu gaan we vaak samen wandelen. Als ik boodschappen ga doen, loopt ze mee, naast me, haast aan de voet. Ze glipt mee de supermarkt in en snuffelt tussen de schappen. In een rustige Chinese supermarkt kan ze ongehinderd snuffelen, de dame achter de kassa is te veel geïnteresseerd in haar mobiele telefoon. In een andere wat drukkere supermarkt wordt ze door klanten en personeel naar buiten gestuurd. Geduldig blijft ze buiten op me wachten. Voor haar neem ik extra koekjes mee. Vol verwachting wandelt ze mee terug, de oren gespitst en de staart omhoog zwaaiend.
We wandelen steeds verder. Gingen we eerst samen naar de supermarkt, nu gaat ze ook mee naar de Shopping Mall. Een wandeling van klein half uur heen en dan de zelfde tijd terug. We moeten een drukke rotonde oversteken, maar ze let goed op. In het overdekte winkelcentrum gaat er een nieuwe wereld voor haar open. Met opgeheven staart kijkt ze nieuwsgierig rond. Het winkelend publiek kijkt geamusseerd naar dat hondje dat aan de voeten van die bakra loopt. Mijn doel is het loungecafe. Ik moet opletten dat ze niet mee naar binnen loopt, dat vindt men vast niet goed. Vanaf mijn loungebank zie ik haar staan voor de glazen ruit. Blaffend en piepend kijkt ze me aan. Die andere gasten aan de tafels buiten vindt ze ook interessant, daar kan ze ook bedelen. Regelmatig kijken we elkaar door de ruit even aan. Toch is ze opeens verdwenen.
Later op de avond loop ik het stuk terug naar huis en ik vraag me af waar ze is. Zou ze wel goed opletten bij het oversteken? Als ik thuis kom, is zij nog niet thuis. Zouden er te veel verleidingen voor haar zijn in het winkelcentrum?
’s Morgens als ik mijn deur open doe ben ik blij haar toch weer te zien. Met een slaperige blik in de ogen komt ze langzaam aangelopen. Vermoeid strekt ze haar poten en komt voorzichtig kwispelend op me af. Het is net of ze een zware nacht heeft gehad. Ik geef haar een plakje kaas, dat lust ze graag. Traag loopt ze me na als ik naar mijn werk ga. We zullen elkaar binnenkort moeten missen.